The Gym You Don’t Need to Change For — Old Chess Training Methods Revisited

De Gym Waar Je Niet Voor Hoeft Te Veranderen — Oude Schaaktrainingsmethoden Herbekeken

Door FM Michał Fudalej • Schaaktraining essay

Een schaakapp kan je het gevoel geven scherp te zijn. Een echt spel kan je blootstellen in stilte. Dit is een praktisch, eerlijk hoofdstuk over training die daadwerkelijk overdraagt naar het bord — zonder kortere wegen.

A wall-mounted chessboard in a home gym, symbolizing chess training like strength training.
Schaaktraining is als krachttraining: het gaat niet om volume. Het gaat om eerlijke inspanning onder echte 'last'.

Kijk naar deze grafiek

Chess.com puzzles rating chart showing a peak at 3453.
Mijn Chess.com-profiel. Piek puzzelrating: 3453. Het ziet er indrukwekkend uit. Het kan nog steeds liegen.

Kijk naar deze grafiek. Het is mijn profiel op Chess.com. Piek puzzelrating: 3453.

De cijfers zeggen dat ik een tactisch genie ben, dat ik elke zet zie binnen een fractie van een seconde. Die cijfers liegen.

Dit is geen grafiek van mijn schaakvermogen. Het is een grafiek van mijn vermogen om te klikken en het platform te hanteren. En het beste deel is: je realiseert het je pas als... je aan een echt schaakbord gaat zitten.

Want binnen de app is alles schoon. Er is altijd een 'juist antwoord', altijd feedback, altijd een soort beloning. In een toernooi spel is er geen gemakkelijke beloning. Er is stilte, de volgende zet, en de schaamte wanneer je weer een simpele fout maakt. Anders had je gewonnen.

Ik ben in de valkuil getrapt waar de meesten van ons in trappen. Ik heb gamificatie verward met training.

En echte training doet pijn. Niet op een dramatische manier. Op een eerlijke manier: het laat je moe achter, maar sterker.


De mythe van duizend herhalingen

In krachttraining bouw je geen vorm op door een lege stang duizend keer te tillen.

Natuurlijk — je kunt zweten, je kunt het gevoel hebben dat je werk hebt verricht, je kunt het zelfs elke dag doen. Maar je lichaam zal niet leren om 100 kg te tillen daardoor. Het zal leren hoe je een lege stang tilt.

De hersenen werken op dezelfde manier.

Schaakapps zijn ontworpen om je een goed gevoel te geven. Snelle zetten. Dopamine. 'Ping!' Goede zet. Volgende. Nog een. Vijf meer. Tien meer, omdat het goed gaat. En als iets niet werkt — geen probleem, we testen verder. Ken je het woord TILT? Geen consequenties.

Maar in een echt spel is er geen 'ping'.

Er is geen 'probeer opnieuw'.

Er is geen 'ongedaan maken'.

Er is alleen stilte. En consequenties.

Daarom ben ik gestopt met klikken. Ik ging terug naar het tillen van gewichten.


Opwarming: Hoe kom je in de rekenmodus

Maar voordat je een zwaar gewicht pakt, ga je niet voor een record. Je warmt op. En bij schaken werkt het precies hetzelfde.

Wanneer ik training heb of een belangrijke toernooi wedstrijd, begin ik met een paar eenvoudige tactische puzzels. Zo eenvoudig dat je soms wilt zeggen: 'waarom doe ik dit, het is duidelijk.' Precies.

Dit is geen training. Dit is de motor starten. De focus instellen. De hersenen schakelen van 'levensmodus' naar 'rekenmodus.' Als je die overgang niet maakt, ga je hard puzzels of een toernooi spel in terwijl je gedachten nog verspreid zijn en je beslissingen impulsief zijn.

Een tactische opwarming is als de eerste kilometers van een hardloop: ze zijn niet bedoeld om je uit te putten. Ze zijn bedoeld om je klaar te maken.

En pas dan begint het echte werk.


De 100% regel en de drang om te klikken

De grootste vijand van training (niet alleen bij schaken) is het woord 'bijna'.

'Ik ben bijna zeker.' 'Het werkt bijna.' 'Het moet dit zijn.'

In een app is dat woord als smeermiddel. Het maakt het leven makkelijker. Het laat je doorgaan. Je klikt en controleert. Binnen een seconde heb je het antwoord. En als het niet zo is — geen groot probleem.

Maar in een spel betekent 'bijna' een verlies.

Daarom leer ik (en train ik) een eenvoudige regel: een puzzel is pas opgelost als je tot het einde hebt gerekend. Honderd procent. Geen 'gaten' in de lijnen.

Niet omdat ik een perfectionist ben. Omdat schaken niet wordt gewonnen door 'goede bedoelingen.' Het wordt gewonnen door precisie. En precisie wordt geboren uit discipline.

En hier komen we terug bij wat het scherm het slechtst leert: het bestrijden van de drang om te klikken. Het moeilijkste is niet het berekenen van een lijn. Het moeilijkste is niet controleren wanneer je denkt dat je al weet.

Op de computer voer je altijd een strijd tegen een impuls. Aan het bord voer je een strijd tegen het probleem.


De squats regel

De kinderen die ik trainen haten deze regel. Maar het werkt zo goed dat het jammer is dat je het niet kunt integreren in Chess.com.

Heb je een verkeerde berekening gemaakt en de verkeerde zet gekozen? Dan doe je 20 squats.

Dit is geen fysieke straf. Het is een les in economie. In een app is de prijs van een fout nul. In een toernooi kan de prijs pijnlijk zijn: een verlies, ratingpunten, boosheid op jezelf, een gemiste kans. Voor elke schaker is dat echt gewicht.

Squats brengen iets in thuis training wat er meestal niet is: kosten.

Wanneer je weet dat een fout moeite betekent, stop je plotseling met raden. Plotseling bereken je een tweede keer. Plotseling controleer je takken die je eerder niet zou hebben gecontroleerd. En er gebeurt iets interessants: je begint je beslissingen serieus te nemen.

En dat is de hele essentie van schaken.


Frustratie als bewijs dat je vooruitgaat

De grootste groei komt niet van puzzels die je in vijftien seconden oplost. Die zijn goed voor opwarmen, voor 'scherpte', voor ritme. Maar groei komt van degenen die chaos veroorzaken in je hoofd.

Er zijn puzzels waar je tien minuten naar kijkt en niets werkt. Twintig minuten en je wilt het antwoord controleren. Dertig minuten en je begint met jezelf te onderhandelen: “oké, ik probeer het—worst case zien we wel.”

Hier groeit speelsterkte.

Omdat je dan niet één lijn berekent. Dan bouw je een boom—takken, uitlopers, niet-voor-de-hand-liggende zetten. Je leert de positie aan het einde van de variant te evalueren, niet alleen om een 'mooie zet' te vinden. Je leert terug te keren, te herhalen, te verifiëren, te corrigeren.

Dit is precies wat spieren doen onder zware belasting: aanpassen—of breken.

En hier is de belangrijke kanttekening: moeilijke puzzels ontwikkelen je, maar je hoeft er niet vast in te blijven steken. Je kunt ze opzij leggen, een pauze nemen, terugkeren. Nooit 'raden'. Raden is als vals spelen bij krachttraining. Je voelt alsof je de set hebt gedaan, maar in werkelijkheid ben je weggevlucht van het werk.


Het probleem dat aan de muur blijft hangen

A wall chessboard next to a chess book with a difficult chess puzzle position set up.
Een positie die niet verdwijnt wanneer je je laptop sluit. Het blijft—en je geest blijft werken.

Er zijn problemen die je niet in drie minuten oplost. Dat zijn de 'zware gewichten.' En hier verliest technologie vaak van de fysica.

Omdat het scherm verdwijnt. Je zet het uit en het onderwerp verdwijnt ermee. Maar een positie op een echt bord kan blijven staan.

Ik zet een moeilijke positie op het schaakbord en… ik loop weg. Ik ga koffie halen. Ik kom terug. Ik kijk even. Ik loop langs. Ik bekijk het vanuit een andere hoek. En zelfs als ik het niet wil—mijn brein begint er toch aan te werken.

Dit is de 'terloops'-methode. Je dwingt jezelf niet om over het probleem te zitten. Je laat het in de ruimte hangen. En je geest doet zijn werk terwijl je andere dingen doet.

Tot het moment dat het meest aangename in schaken arriveert: klik. Je ziet het. Je weet het.

En je hebt het niet geklikt. Je hebt het gevonden.

Dat is het verschil tussen fastfood en langzaam koken.

(Als je de diepere achtergrond wilt weten over muurbevestigde borden als trainingsruimte, hier is onze uitgebreide gids: Verticale Schaakborden — Volledige Gids.)


Online en Over-the-Board Zijn Twee Verschillende Spellen

Iedereen die online speelt en dan plaatsneemt achter het bord weet dat het niet 'hetzelfde spel, alleen zonder internet' is. Het is een ander spel: een ander gevoel, een ander tempo, een andere verantwoordelijkheid en andere emoties.

Jonge en zeer actieve spelers kunnen soms bijna 1:1 kracht overbrengen. Maar hoe minder toernooiervaring je hebt, en hoe minder 'slagveld-getest' je bent, hoe groter deze verschillen worden. Daarom geloof ik dat het de moeite waard is om klassiek schaken te verbeteren. Het leert diepgang—niet klikken.

En hier is een anekdote die nog steeds in mijn hoofd zit.

Ik heb vijf jaar lang helemaal geen schaken gespeeld. Een team vroeg me om hen te vertegenwoordigen in een competitiewedstrijd. Ik ging zitten achter het bord en voelde een ongemak dat moeilijk te beschrijven is aan iemand die het niet heeft meegemaakt.

Ik kon geen hulp inroepen. Ik kon niet 'controleren.' Ik kon niet met iemand praten.

Ik was alleen met het probleem.

Na een paar partijen vond ik weer wat ritme… en plotseling vond ik het leuk—opnieuw. Dat is de charme van meerdere-uur-partijen: het is jij en het schaakbord. En niets ertussen.

Players training chess outdoors at Silesian Chess Academy in 2025.
Andere setting, dezelfde waarheid: het bord leert verantwoordelijkheid op een manier waarop een scherm dat zelden doet.

Het enige 'scherm' zoals dit

Dit is het enige scherm in huis waar je urenlang naar kunt staren zonder in TikTok te worden gezogen.

Voor sommigen zal dit klinken als een argument 'uit een andere wereld,' maar voor mij—als man in mijn veertig en vader—is het belangrijk. Ik zie het verschil tussen tijd doorgebracht voor een scherm en tijd doorgebracht aan een schaakbord.

Een scherm is werk, e-mails, vermoeidheid. Een schaakbord is focus, training en mentale herstel.

De optimale trainingsomstandigheden zijn simpel, maar moeilijk te creëren: telefoon uit, afgesneden van prikkels, één probleem, en stilte. Na zo’n sessie ben je net zo moe als na het gymmen — serieus, het is bijna hetzelfde — samen met voldoening en snelle hersteltijd na de inspanning.


Groepanalyse: Zonder de God van de Muis

Er is nog iets wat een enorm verschil maakt: analyse in een groep.

Computeranalyse heeft hiërarchie ingebouwd. De persoon die de muis vasthoudt en de engine aanzet is “god.” Iedereen kijkt toe. Het is handig, maar het doodt inspanning.

Aan een fysiek schaakbord heerst democratie. Je zet de engine niet aan. Iedereen kan naar voren komen, een lijn laten zien, berekenen, en fouten maken. De kansen zijn gelijk. En iedereen moet werken — en hun ideeën verdedigen. Dit is niet langer passief toekijken naar een “film,” wachten op wat Stockfish zal onthullen.


Mond-tot-mondreclame in je woonkamer

Children playing chess on a wall-mounted chessboard at home.
Inspiratie werkt beter dan druk. Soms is het beste “trainingsplan” gewoon de omgeving veranderen.

Ik heb een klant. Een IM. Een junior nationaal teamcoach uit Denemarken. Hij kocht drie schaakborden voor zijn huis.

Zijn kinderen wilden niet spelen. En hij wilde hen niet dwingen. Hij wist dat dwingen passie doodt.

Hij deed iets anders. Hij veranderde de omgeving en creëerde mogelijkheden.

Hij hing de borden op. Hij liet zien hoe je speelt. Hij nodigde vrienden uit. Ze dronken koffie, bewogen stukken, lachten, discussieerden. De kinderen zagen het. Ze zagen dat het geen saaie plicht was. Ze zagen dat het sociaal was. Dat het “volwassen” was. Dat het levend was.

Ze kwamen uit zichzelf.

Twee jaar later ontmoetten we elkaar bij de Europese Kampioenschappen. Hij kwam met zijn zoon. Ze speelden daar allebei. Het was echt bevredigend om te zien — maar zoals hij benadrukte, was het feit dat ze samen speelden geen toeval. Hij had een plan, en het vereiste weer inspanning.

Het geeft geen garantie. Maar het biedt een kans. En het biedt een argument dat dit niet nog een schermpjeugdapparaat is dat over twee jaar op zolder belandt.


Terug naar de klassieken: Methoden die werkten voordat er shortcuts waren (Botvinnik, Lasker, Dvoretsky…)

Botvinnik. Mikhail Botvinnik is de auteur van het meest effectieve schaaktrainingsysteem dat ooit is gecreëerd. Uit de verhalen van zijn studenten, medewerkers en concurrenten – onder wie Garry Kasparov en Mikhail Tal – blijkt dat hij een groot deel van zijn werk alleen deed, in zijn studeerkamer, aan een fysiek schaakbord.

In de tijd toen partijen werden onderbroken, liet Botvinnik vaak een onafgemaakte analyse op het bord staan. Hij deed andere dingen, wandelde, las, keerde na verloop van tijd terug naar de positie en bekeek deze met verse ogen. Het punt was niet om variaties te blijven “forceren,” maar om de gedachte te laten rijpen.

Deze methode — vandaag zouden we het misschien incubatiewerk noemen — berustte op het geloof dat de geest niet altijd het best werkt onder constante druk. Soms heeft het een beeld, stilte en afstand nodig.

Lasker. Emanuel Lasker was niet alleen wereldkampioen, maar ook wiskundige en filosoof. In zijn geschriften — vooral in Laskers Schaakhandboek— benadrukte hij herhaaldelijk dat schaken niet slechts een spel van variaties is, maar een besluitvormingsproces dat geworteld is in de menselijke psychologie.

Lasker schreef dat de oplossing voor een complex probleem zelden komt op het moment van de grootste spanning. Eerst moet je het probleem “planten”: berekenen, de structuur begrijpen, de moeilijkheid voelen. Pas dan is het de moeite waard om opzij te stappen — iets anders doen, gedachten laten bezinken. Intuïtie, aldus hem, werkt het best wanneer het niet wordt geforceerd.

De Sovjet-school en de prijs van de fout. In de Sovjet-schaakschool was discipline de basis. Coaches zoals Mark Dvoretsky benadrukten herhaaldelijk dat een fout in berekening geen kwestie van pech is, maar een gevolg van oppervlakkigheid.

Dvoretsky schreef over de noodzaak van consequenties voor onnauwkeurigheid. Het ging niet om straf in letterlijke zin, maar om het gevoel van de fout — door tijd, inspanning of mentaal. De leerling moest begrijpen dat raden en “bijna” vijanden van ontwikkeling zijn.

Rehabilitatie van de klassieken. Wat vandaag lijkt als een terugkeer naar het verleden is in werkelijkheid een poging om balans te herstellen. De methoden van Botvinnik, Lasker en Dvoretsky werden geboren in een wereld zonder computers — maar niet omdat de technologie ontbrak. Ze werden geboren omdat dit is hoe de menselijke geest werkt wanneer het zelf verantwoordelijkheid moet nemen voor een beslissing.

En uiteindelijk bereiden we ons voor om gezicht tot gezicht te staan met een tegenstander aan een schaakbord, zonder computer — dus het spel zelf is niet zo veel veranderd. Misschien is het de moeite waard om nieuwe (of misschien oude) stimuli en methoden te overwegen.


Jouw Zet

Goede schaaktraining gaat niet om veel doen. Het gaat om eerlijk doen. Tot het einde berekenen. Frustratie kunnen verdragen. Het verlangen om te raden en de luiheid binnen berekeningen bestrijden. Soms het probleem kunnen opzijzetten — en op het juiste moment terugkeren, met frisheid.

En als je na twee uur van zo'n training moe naar buiten loopt, net als na het gym, maar met tevredenheid en kalmte — dan heb je iets waardevols gedaan.

Schaak is een sport van beslissingen. En training die geen verantwoordelijkheid leert nemen voor een beslissing, is geen complete training.

Als je nieuwsgierig bent hoe een aan de muur gemonteerde schaakbord past in moderne thuis-training, hier zijn twee praktische aanknopingspunten: Verticale Schaakborden — Volledige Gids en Verzameling Verticale Schaakborden.


Bewerking: Werkt het nog steeds?

Mijn ervaring en intuïtie zijn één ding. Praktische toepassing is iets anders.

Voordat ik het bovenstaande artikel publiceerde, vroeg ik een vriend om zijn mening 😊

IM Piotr Murdzia  — een negenmaal wereldkampioen in schaakproblemen oplossen — schreef:

“Michał. Geweldige tekst! En als dit ook jouw marketingtekst is om de verkoop te vergroten, dan is het een meesterlijk stuk. Het spreekt mij aan, omdat ik er ook zo over denk. Het probleem is dat de jeugd van tegenwoordig waarschijnlijk niet bereikt zal worden met zoiets. Ik zou deze tekst kunnen samenvatten in één zin die ik vaak gebruik: Hoe meer zweet op de trainingsgrond, hoe minder bloed in de oorlog.